Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ge·da·ne

Bijvoeglijk naamwoord

afgedane

  1. verbogen vorm van de stellende trap van afgedaan

Werkwoord

vervoeging van: afdoen…
verbogen vorm: afgedanee

afgedane

  1. verbogen vorm van afgedaan, voltooid deelwoord van afdoen

Gangbaarheid