• ad·vi·seert
vervoeging van
adviseren

adviseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van adviseren
    • Jij adviseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van adviseren
    • Hij adviseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van adviseren
    • Adviseert!