adverbe pronominal

  • IPA: /ɑdvɛʁb pʁɔnɔminɑl/
  • ad·verbe pro·no·mi·nal
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  adverbe pronominal     l'adverbe pronominal     adverbes pronominaux     les adverbes pronominaux  

adverbe pronominal m

  1. voornaamwoordelijk bijwoord