• ad·va·rer
  • Deense werkwoordsvorm met het voorvoegsel ad-
Naar frequentie 4071

advarer

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van advare


  • ad·va·rer
  • Noorse werkwoordsvorm met het voorvoegsel ad-
Naar frequentie 3807

advarer

  1. zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van advare