admitteerde
- Geluid: admitteerde (hulp, bestand)
- ad·mit·teer·de
vervoeging van |
---|
admitteren |
admitteerde
- enkelvoud verleden tijd van admitteren
- Ik admitteerde.
- Jij admitteerde.
- Hij, zij, het admitteerde.
- Ik admitteerde.
- Het woord admitteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.