administreer
- ad·mi·nis·treer
vervoeging van |
---|
administreren |
administreer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van administreren
- Ik administreer.
- gebiedende wijs van administreren
- Administreer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van administreren
- Administreer je?
- Het woord administreer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.