adapteerden
- Geluid: adapteerden (hulp, bestand)
- adap·teer·den
vervoeging van |
---|
adapteren |
adapteerden
- meervoud verleden tijd van adapteren
- Wij adapteerden.
- Jullie adapteerden.
- Zij adapteerden.
- Wij adapteerden.
- Het woord adapteerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.