Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • acu·te

Bijvoeglijk naamwoord

acute

  1. verbogen vorm van de stellende trap van acuut
     Van gebroken benen vanwege kapotte tegels tot acute voedselvergiftiging omdat het keukenpersoneel stelselmatig eten opwarmde.[1]

Verwijzingen