acteerden
- ac·teer·den
vervoeging van |
---|
acteren |
acteerden
- meervoud verleden tijd van acteren
- Wij acteerden.
- Jullie acteerden.
- Zij acteerden.
- Wij acteerden.
- Het woord acteerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.