achteromkeken
- ach·ter·om·ke·ken
vervoeging van |
---|
achteromkijken |
achteromkeken
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van achteromkijken
- ...dat wij achteromkeken.
- ...dat jullie achteromkeken.
- ...dat zij achteromkeken.
- ...dat wij achteromkeken.
- ▸ Opa schreeuwde een lange woordenvloed die ervoor zorgde dat ze aarzelden, hun machetes lieten zakken en achteromkeken.[1]
- Het woord achteromkeken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767