Nederlands

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
  • ach·ter·na·stu·re

Werkwoord

vervoeging van
achternasturen

achternasture

  1. (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van achternasturen
    • ... dat men achternasture.