academiseert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aca·de·mi·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
academiseren |
academiseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van academiseren
- Jij academiseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van academiseren
- Hij academiseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van academiseren
- Academiseert!