aborteerde
- Geluid: aborteerde (hulp, bestand)
- abor·teer·de
vervoeging van |
---|
aborteren |
aborteerde
- enkelvoud verleden tijd van aborteren
- Ik aborteerde.
- Jij aborteerde.
- Hij, zij, het aborteerde.
- Ik aborteerde.
- Het woord aborteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.