Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
abdiceert
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
abdiceert
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
ab·di·ceert
Werkwoord
vervoeging van
abdiceren
abdiceert
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
abdiceren
Jij
abdiceert
.
derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
abdiceren
Hij
abdiceert
.
(
verouderd
)
gebiedende wijs meervoud van
abdiceren
Abdiceert
!