• ab·borr·pin·ne
  • Samenstelling van de stam van het Zweedse zelfstandige naamwoord abborre en het Zweedse zelfstandige naamwoord pinne
Naar frequentie zeldzaam
abborrpinnes enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     abborrpinne     abborrpinnen     abborrpinnar     abborrpinnarna  
  genitief     abborrpinnes     abborrpinnens     abborrpinnars     abborrpinnarnas  

abborrpinne, g

  1. (spreektaal), (dierkunde) kleine baars