Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Abbadiches
  • ab·ba·di·ches

abbadiches

  1. onbepaald accusatief onzijdig enkelvoud van abbadich
    «Fer viel Leit iss Winder en Yaahreszeit fer abbadiches Esse.»
    Voor veel mensen is de winter een seizoen voor speciaal eten.
  • en abbadiches Buch
een speciaal boek