• ab·alie·nert
  • Noorse werkwoordsvorm met het voorvoegsel ab-, met het achtervoegsel -ere en met de woorduitgang -t
Naar frequentie zeldzaam

har abalienert

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van abalienere

abalienert

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van abalienere