• aas·te
Naar frequentie zeldzaam

aaste

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van aasen

aaste

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van aasen

aaste

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd aanvoegende wijs II bedrijvende vorm van aasen

aaste

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd aanvoegende wijs II bedrijvende vorm van aasen