aarzelde
- aar·zel·de
vervoeging van |
---|
aarzelen |
aarzelde
- enkelvoud verleden tijd van aarzelen
- Het woord aarzelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Schildpadden tot in het oneindige” (2017), Gottmer , ISBN 9789025768652
- ↑ Håkan Nesser“Het grofmazige net” (2001), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044524048