aanwierven
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanwierven (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱwirvə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·wier·ven
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanwerven |
aanwierven
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanwerven
- ...dat wij aanwierven.
- ...dat jullie aanwierven.
- ...dat zij aanwierven.
- ...dat wij aanwierven.