Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·stierf

Werkwoord

vervoeging van
aansterven

aanstierf

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aansterven
    • ... dat ik aanstierf. 
    • ... dat jij aanstierf. 
    • ... dat hij, zij, het aanstierf. 

Gangbaarheid