aanspanden
- Geluid: aanspanden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanspɑndə(n) / (3 lettergrepen)
- aan·span·den
vervoeging van |
---|
aanspannen |
aanspanden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanspannen
- ...dat wij aanspanden.
- ...dat jullie aanspanden.
- ...dat zij aanspanden.
- ...dat wij aanspanden.
- Het woord aanspanden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.