Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·reik·ten

Werkwoord

vervoeging van
aanreiken

aanreikten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanreiken
    • ...dat wij aanreikten. 
    • ...dat jullie aanreikten. 
    • ...dat zij aanreikten. 

Gangbaarheid