aanpasbaarder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanpasbaarder (hulp, bestand)
- IPA: / amˈpɑzbardər / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·pas·baar·der
Bijvoeglijk naamwoord
aanpasbaarder
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van aanpasbaar
Gangbaarheid
- Het woord 'aanpasbaarder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.