aanleverde
- Geluid: aanleverde (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanlevərdə / (4 lettergrepen)
- aan·le·ver·de
vervoeging van |
---|
aanleveren |
aanleverde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanleveren
- ... dat ik aanleverde.
- ... dat jij aanleverde.
- ... dat hij, zij, het aanleverde.
- ... dat ik aanleverde.
- Het woord aanleverde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.