• aan·legt
vervoeging van
aanleggen

aanlegt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanleggen
    • ... dat jij aanlegt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanleggen
    • ... dat hij aanlegt. 
     'Is er ergens iemand op deze planeet die het er niet op aanlegt zijn politieke opvattingen op mij uit te proberen?' 'Nee,' is het korte antwoord van de ideale geliefde.[1]
     Dode vliegen van de vensterbank vegen? Snel even haar e-mails checken? Nog wat gedachten over de productlancering voor FAIRkleding opschrijven? Of op YouTube kijken hoe je groentebedden aanlegt? Stop.[2]