aanlegt
- aan·legt
vervoeging van |
---|
aanleggen |
aanlegt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanleggen
- ... dat jij aanlegt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanleggen
- ... dat hij aanlegt.
- ▸ 'Is er ergens iemand op deze planeet die het er niet op aanlegt zijn politieke opvattingen op mij uit te proberen?' 'Nee,' is het korte antwoord van de ideale geliefde.[1]
- ▸ Dode vliegen van de vensterbank vegen? Snel even haar e-mails checken? Nog wat gedachten over de productlancering voor FAIRkleding opschrijven? Of op YouTube kijken hoe je groentebedden aanlegt? Stop.[2]
- Het woord aanlegt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Corps delcti” (2009), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789041417480
- ↑ “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026356186