• aan·kijkt
vervoeging van
aankijken

aankijkt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankijken
    • ... dat jij aankijkt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankijken
    • ... dat hij aankijkt.