aanfloepte
- Geluid: aanfloepte (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱfluptə / (3 lettergrepen)
- aan·floep·te
vervoeging van |
---|
aanfloepen |
aanfloepte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanfloepen
- ... dat ik aanfloepte.
- ... dat jij aanfloepte.
- ... dat hij, zij, het aanfloepte.
- ... dat ik aanfloepte.
- Het woord aanfloepte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.