aaneenspijkerend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·een·spij·ke·rend
Werkwoord
vervoeging van: | aaneenspijkeren |
verbogen vorm: | aaneenspijkerende |
aaneenspijkerend
vervoeging van: | aaneenspijkeren |
verbogen vorm: | aaneenspijkerende |
aaneenspijkerend