• IPA: /sud.ˈbur.go/

Sudburgo m

  1. (toponiem) oude naam voor Souburg
    «Et l'anno seguente essendo l'Imp. con quello stesso animo di ritirarsene in Spagna si fece condur in Sudburgo in Zelanda per imbarcarsi quiui.[1]»
    En het volgende jaar liet de keizer, met dezelfde intentie om zich in Spanje terug te trekken, zich naar Souburg in Zeeland brengen om daar in te schepen.
    «Ha poi questa Isola molti & nobili villaggi, fra quali è Sudburgo, situato fra Middelborgo & Vlissinghen, luogo veramente bello.[2]»
    Verder heeft dit eiland talrijke en vooraanstaande dorpen, waaronder Souburg, gelegen tussen Middelburg en Vlissingen, een werkelijk mooie plek.
  1. Ulloa, A. (1566). Vita dell'inuittissimo, e sacratissimo imperator Carlo V. (p. 328). Venetia: Appresso Vincenzo Valgrisio.
  2. Guicciardini, L. (1567). Descrittione di tutti i Paesi Bassi (p. 381). Anuersa: Apresso Guglielmo Siluio.