Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Lie·der·bi·cher

Zelfstandig naamwoord

Liederbicher

  1. onzijdig meervoud van Liederbuch
    «Sie hot Liederbicher aus em 18. Yaahrhunnert mitgebrocht.»
    Ze heeft liedboeken uit de 18e eeuw meegebracht.
Opmerkingen