Duits

Uitspraak
  • IPA: /ˈantʀɛːɡŋ̍/, (duidelijk uitgesproken) /ˈantʀɛːɡən/
Woordafbreking
  • An·trä·gen

Zelfstandig naamwoord

Anträgen mv

  1. datief meervoud van Antrag