Oudlimburgs

Uitspraak
  • IPA: /heːd(ɦ)/

Achtervoegsel

-hehd

  1. -heid
  2. -schap
    «Midh Krafhehd wäära dhüsa Biilar varvahrdhich ahn Dhüch.»
    Met vakmanschap worden deze bijlen voor u vervaardigd.
Afgeleide begrippen