1. vormt een bijvoeglijk naamwoord van een zelfstandig naamwoord (of bijvoegelijk naamwoord) en drukt een directe relatie hiermee uit:
    1. betrekking hebbend op wat het grondwoord noemt
    2. afkomstig uit het gebied dat het grondwoord noemt
    3. de eigenschappen hebbend van wat het grondwoord noemt