• IPA: \tsɯ.dzɯ.kɯ\

続く

  1. onovergankelijk voortzetten
  2. onovergankelijk achtereenvolgens gebeuren
    «これが四回続いたのである。»
    Dit gebeurde nog vier keren meer.
  1. 続ける (overgankelijk) voortzetten
  1. 続き vervolg
  2. 降り続く blijven regenen of sneeuwen
  3. 引き続く voortzetten
  4. 打ち続く blijven voortzetten
  5. 続き合い familiale relatie
  6. 続き物 serieverhaal