Schrijfwijze
|
|
- IPA: \to.ko.ɾo\, [to̞ko̞ɾo̞]
所
- plaats
- «あの窓の所にいる人は誰?»
- Wie staat er bij dat raam? (Letterlijk: Wie staat er op de plaats van dat venster?)
- situatie
- «映画を見に行くところだった。»
- Ik stond op het punt de film te gaan zien. (Letterlijk: Ik was in de situatie om naar de film te gaan.)
Kanji
|
Kana
|
Romaji
|
所
| ところ |
tokoro
|
- 所で trouwens
- 所々 hier en daar
- 所所 hier en daar
- 場所 plaats
- 所在 waar iemand is
- 台所 keuken
- 住所 woonadres
- 近所 in de buurt
- 名所 beroemde plaats
- 便所 toilet
- 事務所 kantoor