IJslands

Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse þvá.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden tijd voltooid deelwoord
(supinum)
3e pers enk. 1e pers mv.
þvo þvoði, þó þvoðum, þógum þvegið
volledig

Werkwoord

þvo

  1. de was doen