rotura
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- ro·tu·ra
enkelvoud | meervoud |
---|---|
rotura | roturas |
Zelfstandig naamwoord
rotura v
- het breken, het barsten, het scheuren, het doorbreken, doorbraak
- breuk, scheur, barst
- het verbreken, het afbreken
Synoniemen
- [1] quebrantamiento
- [2] abertura