Nederlands

 
bruine daguil
Uitspraak
Woordafbreking
  • dag·uil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord daguil daguilen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de daguilm

  1. (dierkunde) benaming voor verschillende soorten uilen die overdag jagen
  2. (dierkunde) benaming voor verschillende soorten nachtvlinders die overdag actief zijn
Hyponiemen
Verwante begrippen
[1] termen uit de ornithologie:
[2] termen uit de entomologie:
Vertalingen

Gangbaarheid

72 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen