Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ima·go
Woordherkomst en -opbouw
  • van Latijn imago
    • [1] in de betekenis van ‘voorstellingsbeeld’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1961 [1]
    • [2] in de entomologische betekenis sinds zeker 1880 al bekend [2]
1 enkelvoud meervoud
naamwoord imago imago's
verkleinwoord imagootje imagootjes

Zelfstandig naamwoord

het imagoo

  1. (maatschappij) bepaald beeld dat van een persoon of instelling bestaat
    • Het imago oppoetsen. 
     Het consternatiebureau, met de baby naar de apk of ‘we moeten weer naar de babystasi’: het imago van het consultatiebureau is niet altijd even positief. Toch gaan we massaal: slechts 5 procent van alle Nederlandse ouders slaat de bezoekjes over.[3]
     Ben & Jerry's laat via Twitter weten dat het niet achter het besluit van Unilever staat. Het ijsmerk, dat een activistisch imago heeft, haalde het ijs eerder van de Israëlische markt omdat de verkoop in de nederzettingen in Palestijns gebied niet past bij de normen en waarden van het bedrijf. Dat was niet naar de zin van veel Israëliërs, die het merk in meerdere landen probeerden te boycotten.[4]
2 enkelvoud meervoud
naamwoord imago imagines
verkleinwoord

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie met vrouwelijk woordgeslacht.

Zelfstandig naamwoord

de imagov

  1. (dierkunde) resultaat van de volledige gedaanteverwisseling bij een insect
  2.  Als volwassen imago zijn de soorten zeer moeilijk van elkaar te onderscheiden maar bij de nimfen is dat anders en is het verschil tussen de soorten voor een geoefend oog goed te zien.[5]
Synoniemen
Verwante begrippen
[2] termen uit de entomologie:
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

  1. "imago" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2.   Weblink bron
    Snellen van Vollenhoven, S.C.
    “Pinacographia : afbeeldingen van meer dan 1000 soorten van Noord-West-Europeesche sluipwespen (Ichneumones sensu linnaeano)” (1880), Martinus Nijhoff, 's-Gravenhage, p. 47 kol. 1
  3.   Weblink bron
    Elise Vermeeren
    “We gaan massaal, maar waarom vinden ouders bezoek aan consultatiebureau soms zo moeilijk?” (02-05-2022), Tubantia
  4.   Weblink bron “Ben & Jerry's verontwaardigd over besluit om merk in Israël te verkopen” (30 juni 2022), NU.nl
  5.   Weblink bron “Haften (Eendagsvliegen)” op ivn.nl
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Latijn

Zelfstandig naamwoord

imāgō v

  1. beeld, afbeelding
  2. evenbeeld
    «Imago est animi vultus.»
    Het gezicht is een evenbeeld van de ziel.
Verbuiging