Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwem·eend
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwemeend zwemeenden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de zwemeendv / m

  1. (dierkunde) eend die niet duikt, maar grondelt om voedsel te bemachtigen
Verwante begrippen
termen uit de ornithologie:

Gangbaarheid

Verwijzingen