zwartharige vachtegeltjes

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwart·ha·ri·ge vacht·egel·tjes

Zelfstandig naamwoord

de zwartharige vachtegeltjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zwartharige vachtegel

Gangbaarheid