zuivert
- zui·vert
vervoeging van |
---|
zuiveren |
zuivert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zuiveren
- Jij zuivert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zuiveren
- Hij zuivert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zuiveren
- Zuivert!
- Het woord zuivert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.