zorgdroeg
- zorg·droeg
vervoeging van |
---|
zorg dragen |
zorgdroeg
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van zorg dragen
- ... dat ik zorgdroeg.
- ... dat jij zorgdroeg.
- ... dat hij, zij, het zorgdroeg.
- ... dat ik zorgdroeg.
vervoeging van |
---|
zorg dragen |
zorgdroeg