zoneert
- zo·neert
vervoeging van |
---|
zoneren |
zoneert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoneren
- Jij zoneert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoneren
- Hij zoneert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zoneren
- Zoneert!
- Het woord zoneert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.