Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zoe·loe

Zelfstandig naamwoord

de zoeloem

  1. verouderde spelling of vorm van Zoeloe tot 2006
     Hij heeft als een zoeloe littekens van al zijn gevechten.[1]
Opmerkingen
  • Vóór 1996 en vanaf 2006 was de officiële spelling "Zoeloe" met een hoofdletter.

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Richard Selzer
    Drie verhalen in: Tirade., 395 jrg. 46 nr. 3 (september 2002), G.A. van Oorschot, Amsterdam, p. 307