Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
zijpel
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
zijpel
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
zij·pel
Werkwoord
vervoeging van
zijpelen
zijpel
eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
zijpelen
Ik
zijpel
.
gebiedende wijs van
zijpelen
Zijpel
!
(bij inversie)
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
zijpelen
Zijpel
je?