Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ziel·toogt

Werkwoord

vervoeging van
zieltogen

zieltoogt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zieltogen
    • Jij zieltoogt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zieltogen
    • Hij zieltoogt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zieltogen
    • Zieltoogt!