zeefdrukte
- Geluid: zeefdrukte (hulp, bestand)
- zeef·druk·te
vervoeging van |
---|
zeefdrukken |
zeefdrukte
- enkelvoud verleden tijd van zeefdrukken
- Ik zeefdrukte.
- Jij zeefdrukte.
- Hij, zij, het zeefdrukte.
- Ik zeefdrukte.
- Het woord zeefdrukte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.