woont
- woont
vervoeging van |
---|
wonen |
woont
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wonen
- Jij woont.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wonen
- Hij woont.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wonen
- Woont!
- Het woord woont staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.